Voorbeelden
Examples
I want a cat, but I have a dog.
Ik wil een kat, maar ik heb een hond.
Congress votes on new members of the Supreme Court, but the president nominates them.
Het Congres kiest nieuwe leden voor het hooggerechtshof, maar de president nomineert ze.
This bus goes to Chicago, but stops in Philadelphia.
Deze bus gaat naar Chicago, maar stopt (ook) in Philadelphia.