Voorbeelden
Examples
How many players are there in a soccer team?
Hoeveel spelers zitten er in een voetbalteam?
Hoeveel spelers heeft een voetbalploeg?
How many players are there on a football team?
Hoeveel spelers zitten er in een Americanfootball-team?
How many players are there in a baseball team?
Hoeveel spelers zitten er in een honkbalteam?
My team won yesterday.
Mijn team heeft gisteren gewonnen.
My team lost yesterday.
Mijn team heeft gisteren verloren.
My team played yesterday.
Mijn team speelde gisteren.