Nederlands Lessen Scholen

Bijwoorden

Bijwoorden

Bijwoorden zeggen iets over werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden of andere bijwoorden. Ze beantwoorden meestal vragen zoals hoe, waar, wanneer en in hoeverre. In het Nederlands kunnen bijvoorbeeld "langzaam" en "snel" bijwoorden zijn.

Voorbeelden

Voorbeelden

Play hoe
hoe vragend
Play waneer
waneer vragend
Play hoeveel
hoeveel vragend
Play zijn er
zijn er vragend
Play is er
is er vragend
Play misschien
misschien
Play ja
ja
Play minst
minst
Play half
half
Play meest
meest
Play best
best
Play meer
meer
Play exact
exact
Play precies
precies
Play minder
minder
Play daarheen
daarheen
Play omheen
omheen
Play links
links
Play rechts
rechts
Play rechtdoor
rechtdoor
Play daar
daar
Play er
er
Play hier
hier
Play hierheen
hierheen
Play vervolgens
vervolgens
Play dichtbij
dichtbij
Play dicht bij de spreker
dicht bij de spreker
Play ver
ver
Play goed
goed
Play veel
veel

Gerelateerde lessen

Gerelateerde lessen

Requires a Polly Passport
Ja en nee
Ja en nee
Requires a Polly Passport
Vraagwoorden
Vraagwoorden

Woordsoorten

Woordsoorten

Zelfstandige naamwoorden
Zelfstandige naamwoorden
Werkwoorden
Werkwoorden
Lidwoorden
Lidwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden
Voornaamwoorden
Voornaamwoorden
Bijwoorden
Bijwoorden
Voegwoorden
Voegwoorden
Voorzetsels
Voorzetsels
Tussenwerpsels
Tussenwerpsels
Samentrekkingen
Samentrekkingen
Telwoorden
Telwoorden
Eigennamen
Eigennamen
Flag fr Frans Flag es Flag en Engels Flag it Italiaans Flag de Duits Flag pt Portugees Flag nl Nederlands
| Contact | |
 
© 2024 Pangaea Learning, LLC