Voorbeelden
Examples
When are you going to brush your hair?
Wanneer ga je je haar (eens) borstelen?
When does the flight arrive?
Wanneer komt het vliegtuig aan?
When does the flight leave?
Wanneer vertrekt het vliegtuig?
When is your birthday?
Wanneer ben je jarig?
When are you going to comb your hair?
Wanneer ga je je haar (eens) kammen?
When is the baby due?
Wanneer komt de baby?
When are you going to shower?
Wanneer ga je onder de douche?
Wanneer ga je douchen?
When are you going to shave your mustache?
Wanneer ga je je snor (af)scheren?
When do they arrive?
Wanneer komen ze (aan)?
When are you going to bathe?
Wanneer ga je in bad?