Voorbeelden
Examples
Did he clean the window?
Heeft hij het raam gezeemd?
DId you clean the window?
Heb je het raam gezeemd?
The sink is very clean.
De wastafel is erg schoon.
Did you clean the trash can?
Heb je de vuilnisbak schoongemaakt?
Did you clean the floor?
Heb je de vloer schoongemaakt?
The toilet is very clean.
De wc is erg schoon.