Voorbeelden
Examples
Do you have a copy machine in your office?
Heb je een kopieerapparaat in je kantoor?
You should copy it.
Je moet het kopiëren.
Je kan het beter kopiëren.
The copy machine is out of paper.
Het kopieerapparaat heeft geen papier meer.
Het papier van het kopieerapparaat is op.
The copy machine is out of staples.
Het kopieerapparaat heeft geen nietjes meer.