Voorbeelden
Examples
It's around here.
Het is/ligt hier in de buurt.
It's two blocks north from here.
Het is twee huizenblokken verderop in het noorden.
It's far from here.
Het ligt ver weg van hier.
Can you fish here?
Kan je hier vissen?
It's a half block south from here.
Het is een half huizenblok in het zuiden.
Can you dive here?
Kan je hier duiken?
It's close to here.
Het is/ligt hier vlakbij.
Can you swim here?
Kan je hier zwemmen?
Get out of here!
Ga weg!
Ga hier weg!
Can you surf here?
Kan je hier surfen?