Voorbeelden
Examples
Let me introduce you to Patrick.
Laat me je voorstellen aan Patrick.
Are you ready to order?
Bent u klaar om te bestellen?
Heeft u een keuze kunnen maken?
Nice to meet you.
Leuk je te ontmoeten.
Are you going to the store?
Ga je naar de winkel?
When are you going to brush your hair?
Wanneer ga je je haar (eens) borstelen?
Would you like to upload a photo to your profile?
Zou je een foto op je profiel willen uploaden?
What do you have to eat?
Wat heb je te eten?
I will go to England.
Ik ga naar Engeland.
You have to ask.
Je moet het vragen.
I'm going to the store.
Ik ga naar de winkel.