Engels Lessen Scholen

Voorzetsels

Prepositions

Voorzetsels drukken de relatie uit tussen verschillende elementen. In het Nederlands zijn bijvoorbeeld "op" en "met" voorzetsels.

Een voorzetsel kan soms ook achter het woord waar het bij hoort staan, en wordt dan achterzetsel genoemd.

Voorbeelden

Examples

Play around
rond obliquus rondom obliquus
Play against
tegen obliquus
Play between
tussen
Play out
uit buiten
Play of
van obliquus
Play through
door obliquus via obliquus
Play after
na obliquus achter obliquus naar obliquus
Play to
naar obliquus om obliquus aan obliquus tot obliquus
Play by
door obliquus langs obliquus volgens obliquus van obliquus per obliquus
Play over
over boven
Play during
tijdens genitief gedurende genitief
Play as
als
Play from
van obliquus uit obliquus vanaf obliquus
Play in
in op
Play on
op over aan in
Play at
op obliquus bij obliquus in obliquus om obliquus aan obliquus
Play about
aan over
Play into
in tot
Play under
onder
Play without
zonder obliquus
Play near
dicht bij nabij
Play towards
naar
Play with
met obliquus bij obliquus

Gerelateerde lessen

Related Lessons

Requires a Polly Passport
Voorzetsels
Prepositions

Woordsoorten

Parts of Speech

Zelfstandige naamwoorden
Nouns
Werkwoorden
Verbs
Lidwoorden
Articles
Bijvoeglijke naamwoorden
Adjectives
Voornaamwoorden
Pronouns
Bijwoorden
Adverbs
Voegwoorden
Conjunctions
Voorzetsels
Prepositions
Tussenwerpsels
Interjections
Samentrekkingen
Contractions
Telwoorden
Numerals
Eigennamen
Proper Nouns
Flag fr Frans Flag es Flag en Engels Flag it Italiaans Flag de Duits Flag pt Portugees Flag nl Nederlands
| Contact | |
 
© 2024 Pangaea Learning, LLC