Voorbeelden
Examples
Where are you from?
Waar kom je vandaan?
She forgot what website that file is from.
Ze is vergeten van welke website dat bestand is.
I downloaded that file from the Internet.
Ik heb dat bestand van het internet gedownload.
He's the news anchor from Channel 5.
Hij is de nieuwslezer van Channel 5.
She's the actress from that new series.
Zij is de actrice van die nieuwe serie.
Zij speelt in die nieuwe serie.
It's two blocks north from here.
Het is twee huizenblokken verderop in het noorden.
It's far from here.
Het ligt ver weg van hier.
She came from Ireland.
Ze is uit Ierland gekomen.
Ze kwam uit Ierland.
It's a half block south from here.
Het is een half huizenblok in het zuiden.
He's the actor from that comedy.
Hij is de acteur van die comedy.
Hij speelt in die comedy.