Vocabulaire
Vocabulary
Zinnen
Phrases
What is your name?
Hoe heet je?
What is your last name?
Wat is je achternaam?
My name is Michael.
Ik heet Michael.
Let me introduce you to Patrick.
Laat me je voorstellen aan Patrick.
This is my friend Sarah.
Dit is mijn vriendin Sarah.
Nice to meet you.
Leuk je te ontmoeten.
I'm a graphic designer
Ik ben grafisch vormgever.
What do you do for a living?
Wat voor werk doe je?
I work in sales.
Ik werk in de verkoop.
Comments