Voorbeelden

Examples

Play She can do it.
Ze kan het.
Play How's it going?
Hoe gaat het? Hoe is het?
Play It needs some pepper.
Het heeft peper nodig.
Play She asked that he do it yesterday.
Ze vroeg het hem gisteren te doen.
Play How much does it cost?
Hoeveel kost het?
Play It is worse than waiting in traffic.
Het is erger dan in de file staan.
Play It is mine
Het is het mijne.
Play It is necessary that he see the principal?
Is het nodig dat hij een bezoek brengt aan de rector?
Play I looked but couldn't find it.
Ik heb gezocht maar kon het niet vinden. Ik heb gezocht maar ik kon het niet vinden.
Play What time is it?
Hoe laat is het?
Flag fr Frans Flag es Flag en Engels Flag it Italiaans Flag de Duits Flag pt Portugees Flag nl Nederlands