Play fly
vliegen
werkwoord
vlieg
zelfstandig naamwoord

Voorbeelden

Examples

Play Are you going to fly to England?
Ga je naar Engeland vliegen? Ga je met het vliegtuig naar Engeland?
Play She will fly to the US.
Ze gaat met het vliegtuig naar de VS. Ze gaat naar de VS vliegen.
Play Will they fly to Brazil?
Gaan ze naar Brazilië vliegen? Gaan ze met het vliegtuig naar Brazilië?

Gerelateerde videos

Related Videos

Flag Video - Introduction: Mary
Introduction: Mary
Mary
 Flag Video - Introduction: ANETWENCY LABAN
Introduction: ANETWENCY LABAN
ANETWENCY LABAN
 Flag Video - Introduction: hillary van wyngaardt
Introduction: hillary van wyngaardt
hillary van wyngaardt
 Flag Video - Introduction: Rona Cortez
Introduction: Rona Cortez
Rona Cortez
 Flag Video - Introduction: Prachi Jain
Introduction: Prachi Jain
Prachi Jain

Gerelateerde lessen

Related Lessons

Dieren (overige)
Animals (Others)
Werkwoorden op ~ies
~ies Verbs

Other Activities

Polly Ambassadors Polly Passport Daily Crosswords Review lijst Review List Gemarkeerde Woorden Bookmarked Words Engelssprekende regio's English-Speaking Regions
Flag fr Frans Flag es Flag en Engels Flag it Italiaans Flag de Duits Flag pt Portugees Flag nl Nederlands
| Contact | |
 
© 2025 Pangaea Learning, LLC