Voornaamwoorden

Voornaamwoorden

Voornaamwoorden verwijzen naar zelfstandige naamwoorden (of naamwoordgroepen) die uit de context duidelijk zijn. Net als zelfstandige naamwoorden kunnen ze het onderwerp van een zin zijn, of het object van een werkwoord of voorzetsel. In het Nederlands zijn bijvoorbeeld "ik" en "hij" voornaamwoorden.

Voorbeelden

Voorbeelden

Play je
je enkelvoud tweede persoon informeel nominatief persoonlijk je meervoud tweede persoon informeel nominatief persoonlijk je enkelvoud tweede persoon informeel obliquus persoonlijk je meervoud tweede persoon informeel obliquus persoonlijk
Play geen
geen onbepaald
Play jij
jij enkelvoud tweede persoon informeel nominatief persoonlijk
Play zij
zij vrouwelijk enkelvoud derde persoon nominatief persoonlijk zij onzijdig meervoud derde persoon nominatief persoonlijk
Play ik
ik enkelvoud eerste persoon nominatief persoonlijk
Play hij
hij mannelijk enkelvoud derde persoon nominatief persoonlijk
Play die
die onzijdig meervoud derde persoon obliquus persoonlijk die enkelvoud ver aanwijzend die meervoud ver aanwijzend die onzijdig meervoud ver aanwijzend
Play d'r
d'r vrouwelijk enkelvoud derde persoon obliquus persoonlijk
Play jullie
jullie meervoud tweede persoon informeel nominatief persoonlijk jullie meervoud tweede persoon informeel obliquus persoonlijk
Play 't
't onzijdig enkelvoud derde persoon nominatief persoonlijk 't onzijdig enkelvoud derde persoon obliquus persoonlijk
Play ze
ze vrouwelijk enkelvoud derde persoon nominatief persoonlijk ze meervoud derde persoon nominatief persoonlijk ze meervoud derde persoon obliquus persoonlijk
Play haar
haar vrouwelijk enkelvoud derde persoon obliquus persoonlijk haar vrouwelijk enkelvoud derde persoon bezittelijk
Play ons
ons meervoud eerste persoon obliquus persoonlijk ons meervoud eerste persoon obliquus persoonlijk ons meervoud eerste persoon bezittelijk
Play zijn
zijn mannelijk enkelvoud derde persoon bezittelijk zijn onzijdig enkelvoud derde persoon bezittelijk
Play hun
hun meervoud derde persoon obliquus persoonlijk hun meervoud derde persoon bezittelijk
Play dit
dit onzijdig enkelvoud dichtbij aanwijzend
Play 'r
'r vrouwelijk enkelvoud derde persoon obliquus persoonlijk
Play me
me enkelvoud eerste persoon obliquus persoonlijk
Play wij
wij meervoud eerste persoon nominatief persoonlijk
Play jouw
jouw enkelvoud tweede persoon informeel bezittelijk
Play hem
hem mannelijk enkelvoud derde persoon obliquus persoonlijk
Play deze
deze enkelvoud dichtbij aanwijzend deze meervoud dichtbij aanwijzend deze onzijdig meervoud dichtbij aanwijzend
Play jou
jou enkelvoud tweede persoon informeel obliquus persoonlijk
Play uwe
uwe enkelvoud tweede persoon formeel bezittelijk uwe meervoud tweede persoon formeel bezittelijk
Play dat
dat onzijdig enkelvoud ver aanwijzend
Play we
we meervoud eerste persoon nominatief persoonlijk
Play -ie
-ie mannelijk enkelvoud derde persoon nominatief persoonlijk
Play onze
onze meervoud eerste persoon bezittelijk
Play gij
gij enkelvoud tweede persoon nominatief persoonlijk Brabant, Antwerp and Limburg gij meervoud tweede persoon nominatief persoonlijk Brabant, Antwerp and Limburg
Play jouwe
jouwe enkelvoud tweede persoon informeel bezittelijk
Flag fr Frans Flag es Flag en Engels Flag it Italiaans Flag de Duits Flag pt Portugees Flag nl Nederlands